Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet toezicht trustkantoren

 

Artikel 10
1
Met het oog op een integere bedrijfsvoering worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld aan trustkantoren. Hieronder worden begrepen regels met betrekking tot de administratieve organisatie - met inbegrip van de financiële administratie - en de interne controle, zodanig dat:
a
het trustkantoor de identiteit kent van de uiteindelijk belanghebbende of over informatie beschikt waaruit blijkt dat er geen uiteindelijk belanghebbende is;
b
het trustkantoor kennis heeft van de herkomst en de bestemming van de gelden van de doelvennootschap;
c
het trustkantoor kennis heeft van de relevante delen van de structuur van de groep waartoe de doelvennootschap behoort;
d
het trustkantoor kennis heeft van het doel waarmee de in onderdeel c bedoelde structuur is opgezet;
f
het trustkantoor de identiteit kent van de koper en van de houders van een gekwalificeerde deelneming in de koper, indien door het trustkantoor een dienst wordt verleend als bedoeld in artikel 1, onderdeel d, onder 3°;
e
het trustkantoor:
1
beschikt over een op risico gebaseerd beleid om te bepalen of de uiteindelijk belanghebbende een politiek prominent persoon is;
2
de beslissing tot het aangaan van een relatie met een politiek prominent persoon laat nemen of laat goedkeuren door personen die daartoe door het trustkantoor gemachtigd zijn;
3
adequate maatregelen treft om de bron van het vermogen vast te stellen die bij de zakelijke relatie worden gebruikt; en
4
doorlopende controle uitoefent op de zakelijke relatie.
g
het trustkantoor in zijn hoedanigheid van trustee de identiteit kent van de insteller van een trust in de zin van het Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts;
h
door het trustkantoor geen dienst wordt verleend, indien niet wordt voldaan aan onderdeel a of f.
2
Een trustkantoor zendt binnen een door de toezichthouder te stellen redelijke termijn aan de toezichthouder desgevraagd een rapportage omtrent zijn bedrijfsvoering en administratieve organisatie en interne controle. De toezichthouder bepaalt de wijze waarop de rapportage geschiedt en de periode waarop de rapportage betrekking heeft.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •